Zoek
Sluit dit zoekvak.
pexels isaac taylor 1557255

Test D-bloedgroep baby

Vrouwen zonder D-bloedgroep zijn ‘D-negatief’. Bij deze vrouwen worden tijdens de zwangerschap antistoffen aangemaakt die de rode bloedcellen van het ongeboren kind afbreken. Daarom krijgen moeders een anti-D-prik, eerst na dertig weken zwangerschap, daarna vlak na de bevalling. De prik zorgt er voor dat het afweersysteem van de moeder geen voor het kind gevaarlijke antistoffen aanmaakt. Is het kind ook D-negatief, dan is een anti-D-prik niet nodig.

Antistoffen worden aangemaakt wanneer het bloed van de moeder in aanraking komt met het bloed van de baby. Dit kan via de placenta plaatsvinden, maar gebeurd meestal tijdens de bevalling. Een moeder die deze antistoffen heeft aangemaakt, heeft bij een volgende zwangerschap een grotere kans op rhesusziekte.

Sanquin heeft een test ontwikkeld waarmee met het bloed van de moeder ook de D-bloedgroep van het kind bepaald kan worden. Hiermee zie je of een anti-D-prik echt nodig is. Nu nog krijgen alle moeders die D-negatief zijn de prik, ook als het kindje later D-negatief blijkt. De anti-D-prik is echter schaars, bovendien moet je een moeder geen prik willen geven als dat niet nodig is.

Bij iedere zwangerschap waarbij een moeder antistoffen tegen rode bloedcellen of bloedplaatjes gemaakt heeft, kan een test van Sanquin artsen beoordelen of de baby gevaar loopt.

Bron: https://www.sanquin.nl/over-sanquin/nieuws/2023/08/veilig-zwanger-bloedtest-voorkomt-overbodige-prik

Kraamzorg abonnement