Zoek
Sluit dit zoekvak.
IMG 1845

bron: parool.nl

Kraambezoek, ‘t lijkt zo simpel: baby’tje kijken, beschuit met muisjes erbij. Maar achter die gezelligdoenerij schuilen talloze vragen. Beledig je de ouders als je de baby niet wilt vasthouden? Wat te doen tegen plakkers? En, let op: een geboortekaartje is geen uitnodiging. Tips voor het ideale kraambezoek.

Hoera! Elijah, Olivia, Mohammed of Ella is geboren. De ooievaar kan voor het raam, de beschuiten worden bemuisd en de kaartjes gaan de deur uit. Laat die visite maar komen. Althans, dat dacht je. Want menig ouder ontdekt al snel dat die eerste weken meer dan slopend zijn. Hormonen. Zorgen. Slaapgebrek. En dan ook nog gezellig koffieleuten met Piet en Mien van de overkant? Moet het echt?

Het antwoord is nee. Het moet niet. En toch voelt het zo. Oók voor Piet en Mien van de overkant, want: ‘het is toch aardig en beleefd’ en ‘we hebben immers een kaartje gehad’.

Daar gaat het al mis. “Een geboortekaartje is een verwittiging, géén uitnodiging,” legt etiquette-expert Jan Jaap van Weering uit. “Reageren is wel aardig. Hoe eerder, hoe attenter. Een e-mail of appje kan, maar niets gaat boven een handgeschreven kaart.”

Alleen als je de mensen echt goed kent, ga je langs

Alleen als je de mensen écht goed kent, ga je langs. Bel dan wel eerst om te vragen wanneer het schikt. Voor de nieuwbakken ouders adviseren kraamverzorgers juist het tegenover­gestelde.

Geraldine Nobel van Kraam­bureau Geboortecentrum: “Eerste ouders denken vaak dat ze het zo snel mogelijk aan iedereen moeten laten weten. Maar dat hoeft helemaal niet. Neem de tijd, je kunt dat kaartje best pas na een paar weken sturen.”

Dat geldt niet alleen voor het kaartje, maar ook voor het bezoek. “Je kunt je hele verlof nog visite ontvangen, dus stel het uit zolang je wilt. Tegenwoordig zie je ook steeds vaker dat mensen een kraamfeest geven. Dan zijn ze er in één keer vanaf,” zegt Adinda Blonk van Ack Zorgmaat Kraamzorg.

Nog even niet
Uitstellen, comprimeren tot één dag, is dat kraambezoek dan werkelijk zo’n verschrikking? Natuurlijk niet. De échte naasten, díe zijn meer dan welkom. Maar dan heb je ook nog die oud-collega’s die plots voor de deur staan, of die maffe achtertante die ongegeneerd naar ‘je onderkantje’ vraagt.

Voor Romy (27) en presentator Arie Boomsma (45), ouders van Bobby (3) en Mozes (1), redenen om de eerste drie maanden nauwelijks bezoek te ontvangen. Romy Boomsma: “Ik voelde er niet zo veel voor om ineens met kennissen te zitten. Je bent zo kwetsbaar die eerste periode, alles is anders. We wilden onze kindjes en de nieuwe situatie eerst zelf leren kennen. Alleen echt close familie en beste vrienden kwamen langs.”

Romy Boomsma wijdde er een Instagrampost aan. ‘(…) Ik begrijp dat het voor iedereen anders is, sommige mensen het juist wel heel fijn vinden om meteen weer onder de mensen te zijn, te kletsen, hun baby trots te laten zien of welke reden dan ook maar ik merk ook dat het vaak iets is wat mensen zien als iets dat hoort in plaats dat het vanuit de behoefte van de ouders zelf komt.

(…) Ik vind dat die dagen en weken er zijn om volledig voor jezelf en je gezin te kiezen in plaats van uit te gaan van wat een ander wil en verwacht en rekening te moeten houden met gevoelens van anderen.’ Afgaande op de ruim 10.000 likes denken meer mensen er zo over.

Toch zijn er maar weinig die het dusdanig afbakenen. En doen ze dat wel, dan valt het niet altijd in goede aarde, merkten fotograaf Anne Dijkhorst (29) en therapeut Gijs Holthof (31), ouders van Normae Raï (12 weken). Dijkhorst: “Gijs komt uit het noorden en ik uit de polder, daar is het normaal dat de achterneef van de zus van de buurman komt. Dat wilden we niet. Daarnaast wilden we de tijd nemen om de fundering als nieuw gezin te leggen, dus hebben we op de kaart vermeld dat we de eerste maand nog geen bezoek wilden. Opvallend genoeg was juist een aantal vrienden uit Amsterdam beledigd dat ze na zes dagen nog niet waren uitgenodigd.”

Opvallend genoeg was juist een aantal vrienden uit Amsterdam beledigd dat ze na zes dagen nog niet waren uitgenodigd

Schoonmoeders
“Schoonmoeders zijn vaak een dingetje,” zegt Marleen Scherpenzeel van geboortezorgorganisatie De Kleine Amsterdammer. “Die dichten zichzelf nogal eens privileges toe: vaker langskomen, flesje geven, vasthouden. Dat kan de jonge moeder in een lastige positie brengen, want ja, zeg er maar eens wat van.”

Haar advies: vraag je partner hierin grenzen te stellen of laat het de kraamverzorger afhandelen. “De kersverse moeder wordt snel neergezet als hormonale zeur, maar een kraamverzorger wordt gezien als autoriteit.”

Snotneus boven de wieg
Heb je – invoelend als je bent – de ouders hun tijd gegeven, een afspraak gemaakt, maar word je die ochtend wakker met een kloppende koortslip of een fikse verkoudheid? Stel het bezoek uit. Met een snotneus boven de wieg hangen is niet kies. Geraldine Nobel: “Daar kan de baby écht ziek van worden.”

Over snotneuzen gesproken: wat te doen met kinderen? Neem je die mee? Liever niet, zeggen de experts. Het kan nogal druk zijn en de eerste aandacht zou toch naar de baby moeten gaan. Kan het echt niet anders? Meld het dan wel van tevoren en blijf niet te lang. Kom je van ver? Maak er een dagje Amsterdam van en ga naar Artis.

Wie verzorgt wie
Afijn: je bent gezond, gewassen, kindloos en keurig op de afgesproken tijd en plaats. Mag je als gast ook iets verwachten? Koffie? Thee? Beschuit met muisjes? Adinda Blonk: “Dat is gebruikelijk, maar wel echt iets Nederlands: gaan zitten en je door de vermoeide moeder laten verzorgen. Bij gezinnen met een andere culturele achtergrond gaat het er vaak anders aan toe.”

”In Marokkaanse families wordt niet gezegd: welke dag zullen we komen? Hoe laat en met hoeveel? Daar is het ‘we komen er nu aan’, maar de jonge ouders hoeven niets te doen. De boodschappen worden gedaan, het huis wordt geboend en er wordt gekookt.”

Bij gezinnen met een andere culturele achtergrond gaat het er vaak anders aan toe

Als ik nu op kraambezoek zou gaan, zou ik veel verzorgender zijn,” zegt communicatiemanager Agnes Giesken (33), moeder van Sef (17 weken).

“In de eerste twee weken kwamen vooral naasten, maar toch ging ik erg de gastvrouw spelen. Er zijn wel een paar mensen die aanboden te helpen: vaatwasser inruimen, was ophangen, eten maken, maar ik dacht dat dat niet hoorde en zei dat het niet hoefde. Achteraf gezien had ik dat gewoon moeten aannemen.”

Gigantisch knuffeldier
Je komt, je helpt wat, moet je dan ook nog een cadeau meenemen? Is dat voor de ouders? Of voor de baby? En mag je als ouders vragen om een cadeau?
Etiquette-expert Van Weering:

“Je komst is in principe al genoeg, maar een cadeautje is attent. Denk wel aan hun woonsituatie: een gigantisch knuffeldier of enorme bos bloemen als ze klein wonen is niet handig. Je ziet ook steeds vaker dat mensen een envelopje op de geboortekaart zetten. Het kan, maar erg chic vind ik het niet.”

“In België zijn wensenlijsten heel normaal,” zegt Hilde Tholen (42), hoofdredacteur van Ouders van Nu. “Nederlanders vinden dat snel vreemd en hebberig, maar wat mij betreft kunnen we die valse bescheidenheid overslaan. Het is ook zonde als je met allemaal spullen zit die je niet wilt.”

Je komst is in principe al genoeg, maar een cadeautje is attent

Dat vonden de jonge ouders Dijkhorst en Holthof ook, maar een wensenlijst ging ze te ver. Dijkhorst: “Dat is zo geënt op spullen. Dat wilden we nou juist niet.” Dus vroegen ze een bijdrage voor een reis naar Nieuw-Zeeland.

‘Voor Normae Raï’s eerste trip en een ontmoeting met de Maori,’ staat op het kaartje van geschept papier. “Het leek ons mooi om als jong gezin een ervaring op te doen, in plaats van spullen te krijgen. Een rompertje is na twee weken alweer te klein, een ervaring is voor altijd.”

Veel leverde het niet op. “Er hebben vier of vijf mensen gedoneerd. Ik denk dat men zo gewend is zich meteen op babyspulletjes te storten dat ze uit enthousiasme over de zin hebben heengelezen.”

Tholen: “Je ziet ook steeds vaker dat mensen een gift voor een goed doel vragen, vooral bij hun tweede of derde kind. Dan hebben ze al die spullen al.”

De meningen over de cadeau-etiquette lijken verdeeld, maar over één ding zijn ze unaniem: eten meenemen wordt zeer gewaardeerd. Romy Boomsma: “Ik durf het zelfs het beste kraamcadeau ooit te noemen.”

Zeg dit niet
Unaniem zijn de experts over de gespreksonderwerpen. Of liever gezegd: de te vermijden onderwerpen. Hoeveel hechtingen heb je? Ben je ingescheurd? Heb je lekkende borsten? Moest je poepen bij de bevalling? Niet doen, te privé. Ook goedbedoelde adviezen en uitgebreid vertellen over je eigen bevalling kun je beter laten.

Agnes Giesken: “Open gesprekken vond ik fijn, maar mensen willen vaak vooral hun eigen verhaal doen. Het wordt al snel een soort opboksen tegen elkaar. ‘Hoe lang heb jij erover gedaan?’ ‘Dertien uur’, ‘O echt? Ik twintig!’. Het is een beetje het vrouwelijke equivalent van ‘wie heeft de grootste’.”

© Kakhiel

“Ook goed om in het achterhoofd te houden: niet iedereen is direct blij als
ze een kindje hebben gekregen,” zegt Geraldine Nobel van Kraambureau Geboortecentrum.

Giesken herkent zich daarin: “De druk van die ‘roze wolk’ is heel hoog. Je moét blij zijn. Maar niemand die ik ken, zat op die roze wolk. Je bent hormonaal, labiel, onzeker. En dat boven op een vermoeidheid die vergelijkbaar is met drie keer Lowlands achter elkaar en dat je daarna moet werken in plaats van kan slapen.”

Hoe het dan wel moet? Nobel: “Stel open vragen: hoe voel je je? Is het wat je had verwacht?” Giesken: “En stel ook vragen aan de partner. Ik putte er veel zelfvertrouwen uit als mijn man vertelde hoe bijzonder hij de bevalling vond en hoe trots hij op me is.”

Mag ik ‘m even vasthouden?
Wat je volgens de kraamverzorgers ook ab-so-luut niet mag vragen: ‘Mag ik hem/haar even vasthouden?’ Dat is aan de moeder om aan te bieden. Nobel: “Vaak denken mensen dat dat moet, maar laat dat kindje lekker liggen. Het kost voor zo’n baby veel energie en hoewel ze op dat moment misschien rustig zijn, kunnen ze daarna onrustig worden.”

Andersom mag je het aanbod overigens ook afslaan. Niet iedereen gaat immers kirren bij de gedachte deze ‘wolk van een baby’ in de armen te sluiten. Marleen Scherpenzeel van De Kleine Amsterdammer: “Zeg: ‘Lief dat je het aanbiedt, maar laat maar lekker liggen,’ of geef aan dat je je er wat onhandig bij voelt. En doe je het wel, maar ben je er na vijf minuten klaar mee? Zeg dan: ‘Vind je het goed als ik hem/haar teruggeef?’ Daar beledig je de ouders niet mee.”

Wegwezen
Over de gewenste duur van een kraambezoek kunnen we kort zijn: blijf niet langer dan 45 minuten. Ook niet als het heel gezellig is of moeders er opvallend kwiek uitziet.

Adinda Blonk van Ack Zorgmaat Kraamzorg: “Op het moment van bezoek is het vaak oké, maar achteraf voelen ouders pas hoe zwaar het was. Dus voel je niet bezwaard om na drie kwartier te vertrekken.”

Voel je niet bezwaard om na drie kwartier te vertrekken

Romy Boomsma: “De interesse zit ‘m niet in de duur van het bezoek. Je kunt ook af en toe een berichtje sturen met ‘ik denk aan je’ of kort langshoppen. Mijn zwager en schoonzusje kwamen om de dag langs met een gigantische pan met eten, zeiden hoi en gingen weer weg. Dat waren juist de fijne bezoekjes.”

Blijven gasten toch langer plakken? Blonk: “Laat zien dat je moe bent en zeg gewoon: ‘Wij gaan lekker naar bed.'” Hebben ze het dan nog niet begrepen? Dan kun je altijd nog je autoriteitstroef inzetten: de kraamverzorger.

Laatste editie

Kraamzorg abonnement