Academische Werkplaats ‘Kraamzorg in Geboortezorg’

Nederlandse kraamorganisaties en het Geboortecentrum van het Wilhelmina Kinderziekenhuis zijn de Academische Werkplaats ‘Kraamzorg in Geboortezorg’ gestart. Doel is de kraamzorg in de geboortezorgketen op een hoger niveau brengen. Onderzoekslijnen zullen zich onder meer richten op ziektes en complicaties in het kraambed: de voorspelbaarheid daarvan en de rol van de kraamzorg en kwaliteit en doelmatigheid in de kraamzorg.

Een ‘academische werkplaats’ is een organisatievorm (‘kennisinfrastructuur’) waarin professionals uit zorgpraktijk, onderzoek en beleid samenwerken. De samenwerking en uitwisseling van kennis moet de zorg voor moeder en kind verbeteren, met name de kraamzorg. De basis is een intensief contact tussen kraamzorg en de academie op basis van gemeenschappelijke projecten en bij elkaar in de keuken kijken. Dit moet leiden tot meer ‘evidence-based’ werken in de kraamzorg, en tot evidence over de waarde van kraamzorg en de beste inzet in de geboorteketen.

Eenzijdig imago
Kraamzorg is afgelopen jaren geregeld voorwerp van politieke discussie geweest; de sector kampt met het eenzijdige imago van ‘beschuitjes smeren en huishoudelijke hulp’ en moet zijn waarde bewijzen. “De kraamzorg maakt net als de verloskundigen en gynaecologen deel uit van de keten rondom moeder en kind”, aldus Hans Reinold van kraamzorgorganisatie Careyn. “We vinden het als kraamzorgorganisaties van belang om onze toegevoegde waarde te onderbouwen. De samenwerking met het academische Wilhelmina Kinderziekenhuis en UMC Utrecht gaat die impuls geven.”

Onderzoek
De partijen zullen informatie met elkaar gaan delen, zodat er samenhangende kwaliteitsinformatie ontstaat met gegevens uit kraamzorg. Praktijkvragen uit de kraamzorg worden vertaald naar wetenschappelijke onderzoekvragen en proefondervindelijk onderzocht. Het onderzoek moet eveneens bijdragen aan beroepsinnovatie.

De stichting Academische Werkplaats ‘Kraamzorg in Geboortezorg’ (AWKG) wordt gevestigd in het Wilhelmina Kinderziekenhuis en wordt geleid door directeur prof. dr. Gouke Bonsel. Hoewel de werkplaats gericht is op de kraamzorg staat zij open voor de andere partijen in de ketenzorg.