Zoek
Sluit dit zoekvak.

Enig kind zijn heeft grote voordelen

Enig kinderen rebelleren meer. Kunnen niet tegen kritiek. Zijn niet speels of spraakzaam. En ze kunnen niet omgaan met intieme relaties. Terwijl kinderen met broertjes of zusjes hebben geleerd te delen. Ze zijn sociaal en kennen empathie. Herkenbaar? Dan gelooft u volgens wetenschappers in een mythe.

Recent onderzoek van het National Bureau of Economic Research wijst namelijk aan dat hoe groter het gezin, hoe slechter de kinderen scoren op cognitief én sociaal vlak. Omdat de oudere kinderen bij gezinsuitbreiding minder aandacht krijgen, worden ze minder geholpen door hun ouders en gaat het al snel bergafwaarts. Cognitieve vaardigheden als rekenen en schrijven gaan achteruit en ze hebben een grotere kans om gedragsproblemen te ontwikkelen. Kanttekening is wel dat de verschillen kleiner worden als er meer tijd zit tussen opeenvolgende kinderen.

Chinhui Juhn, Yona Rubinstein en C. Andrew Zuppann onderzochten data van 11.476 Amerikaanse kinderen tussen de 4 en 14 jaar oud. Ook namen ze persoonlijkheidstesten af. Data van kinderen uit kleine en grote gezinnen werden vervolgens met elkaar vergeleken. De kinderen zijn getest op reken- en taalvaardigheden, de ouders is gevraagd hoe vaak ze hun kinderen voorlezen en hoe vaak ze hun kinderen helpen met het maken van huiswerk.

Cognitieve en sociale vaardigheden
De slechtere scores gelden voor de korte én de lange termijn. Kinderen uit grote gezinnen scoren lager op taal- en rekentoetsen. Bovendien hebben ze vaker last van angsten, een gevoel van afhankelijkheid en hyperactiviteit. Als de proefpersonen eenmaal de twintig gepasseerd waren, zijn ze een tweede keer bevraagd door de onderzoekers. Eenmaal (jong)volwassen blijkt de groep ook nog eens gemiddeld minder hoogopgeleid, minder te verdienen en vaker in de criminaliteit te belanden.

Jongens en meisjes kampen ieder met hun eigen problemen, zeggen de wetenschappers. Bij meisjes die er broertjes of zusjes bij krijgen gaan vooral de cognitieve vaardigheden achteruit. Bij jongens worden juist de sociale vaardigheden minder en ontstaan vaker gedragsproblemen (maar hun cognitieve vaardigheden blijven min of meer gelijk).

Ook van invloed is het opleidingsniveau van de moeder. Is die minder hoog opgeleid, dan zijn de cognitieve gevolgen groter dan wanneer moeders hoogopgeleid is. Andersom geldt dat de kinderen van hoogopgeleide moeders er slechter vanaf komen op sociaal gebied. Als er een broertje of zusje bijkomt, dan is de kans groter dat de oudere kinderen zich gaan misdragen.

Bron: Trouw

Kraamzorg abonnement