Zoek
Sluit dit zoekvak.

KNOV heeft nieuwe voorzitter

Het huidige, laagdrempelige stelsel van verloskundige zorg dichtbij de zwangere vrouw moet in stand blijven. Nieuwe organisatievormen of manieren van financiering kunnen daar kansen toe bieden. Het gaat er om dat we goed samenwerken zodat vrouwen – nu en toekomstige generaties – zonder zorgen zwanger kunnen zijn en kunnen bevallen waar en hoe zij willen.

Dat zei de nieuwe voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Organisatie van Verloskundigen (KNOV) Mieke Beentjes in een toespraak, kort na haar verkiezing door de Algemene Ledenvergadering van de KNOV in Bunnik. Beentjes, die zelf praktiserend verloskundige is, volgt Linda Rentes op, die drie jaar voorzitter is geweest.

‘Zwangere vrouwen hebben een groot vertrouwen in verloskundigen. Zowel die in een praktijk werken als die in het ziekenhuis werkzaam zijn‘, aldus Mieke Beentjes. ‘Vooral de deskundigheid, de persoonlijke begeleiding en de enorme betrokkenheid van verloskundigen spreken zwangere vrouwen aan. Ook de vrijheid voor vrouwen om hun eigen verloskundige te kiezen, dichtbij huis of met een eigen identiteit, is een groot goed. Dat moeten we koesteren in Nederland’.

De KNOV is bereid mee te denken over en mee te werken aan een nieuwe vorm van organisatie en financiering van geboortezorg in ons land, aldus Beentjes. Daarmee doelde zij op het plan van minister Schippers van VWS voor de invoering van de zogeheten integrale bekostiging in de geboortezorg.

Zelfstandige positie verloskundige
Het nieuwe systeem kent kansen maar er moet ook nog zeker een aantal randvoorwaarden worden ingevuld. ‘Onder meer het behoud van de zelfstandige positie en het ondernemerschap van de verloskundige en de keuzevrijheid van de zwangere vrouw’, benadrukte Beentjes. Volgens de nieuwe KNOV-voorzitter is voor de invoering van een nieuwe vorm van financiering op regionaal niveau nauwe samenwerking nodig tussen zorgverleners en andere partijen zoals zorgverzekeraars, met wederzijds respect voor elkaars positie.

Financiering is het sluitstuk van de samenwerking. ‘Eerst moeten we zorgen dat de samenwerking gelijkwaardig en soepel verloopt’, aldus Beentjes. ‘Daar maken verloskundigen met gynaecologen overal in het land afspraken over’. We zien dat dit werkt, vervolgde de KNOV-voorzitter. De Nederlandse geboortezorg staat inmiddels bij de top van de best scorende Europese landen als het gaat om babysterfte. Deze was in 2010 met meer dan 28 procent afgenomen ten opzichte van 2004.

Mieke Beentjes: ‘Een goede samenwerking heeft tijd nodig en is een voortdurend proces. Een nieuw financieel systeem kan de samenwerking onderdruk zetten en dat kan nooit de bedoeling zijn. Daar zijn we het allen over eens. Ik wil bouwen aan vertrouwen en vooruit kijken. Vrouwen niet onnodig angst aanpraten met alle gevolgen van dien, maar een netwerk om hen heen bouwen waar ze zelf de regie en de keuzes hebben’.

 

Bron: KNOV

Kraamzorg abonnement