Zoek
Sluit dit zoekvak.
KZ3 2020 NB 7 e1597750335395

Kunstbaarmoeder vergroot overlevingskans

Een kunstbaarmoeder: waar het tijdens de Dutch Design Week van 2019 nog ging om een eerste ontwerp, wordt de komende jaren toegewerkt naar de eerste (pre)klinische tests. Onderzoekers prof. Frans van de Vosse en prof. Guid Oei van de TU/e en MMC zijn initiatiefnemers van dit onderzoek. Met een kunstbaarmoeder zouden de overlevingskansen en levenskwaliteit van extreem vroeggeboren baby’s moeten worden vergroot door de omstandigheden van een echte baarmoeder na te bootsen.

De longen van extreem vroeg geboren kinderen zijn nog niet voldoende ontwikkeld. De kunstbaarmoeder moet uiteindelijk de couveuse en de kunstmatige beademing vervangen en de baby’s door de kritische periode van 24 tot 28 weken heen helpen.

De overlevingskansen van deze extreem vroeggeboren baby’s is klein; ongeveer de helft overlijdt bij 24 weken zwangerschap. De kinderen die overleven hebben vaak hun leven lang problemen met chronische aandoeningen als hersenschade, verminderde longfunctie en / of netvliesproblemen met mogelijk blindheid tot gevolg. Met elke dag dat de groei van een foetus van 24 weken in een kunstbaarmoeder wordt verlengd, stijgt de kans op overleven zonder complicaties. Als je de groei van deze kinderen in de kunstbaarmoeder kan verlengen, dan is het risico op voortijdig overlijden drie keer zo laag.

In de kunstbaarmoeder zit het kindje in vloeistof, net als in een natuurlijke baarmoeder. Het uitwisselen van voedingsstoffen en zuurstof gaat via de navelstreng die in verbinding staat met een kunstmatige placenta. Het kindje wordt continu gemonitord.

Om de kunstbaarmoeder te testen ontwikkelt een team van verschillende onderzoekers een levensechte oefenpop, die de te vroeg geboren foetus nabootst. De komende acht jaar worden de technologieën verder uitgewerkt tot de eerste prototypes van de kunstbaarmoeder. Ook vragen als ‘wat is een optimale geboorteprocedure uit een kunstbaarmoeder’ komen aan bod. Pas daarna kan worden over gegaan op het helpen van extreem vroeggeboren kinderen in de kunstbaarmoeder.

Er wordt tijdens het ontwikkelen nauw samengewerkt met ethici en juristen, maar ook met discussiegroepen van onder meer verloskundigen. Samen komen deze teams tot het beste ontwerp van de kunstbaarmoeder, de meest ideale onderzoeksprocedure en een transparante werkwijze.

Bron: TU/e

Kraamzorg abonnement