Search
Close this search box.
natuurlijke bevalling

Medicijn vergroot kans op natuurlijke bevalling bij stuitligging

Stuitligging: geen pretje voor de moeder. Als het kindje met de billen naar beneden ligt is een natuurlijke bevalling lastiger en wordt meestal gekozen voor een keizersnede. Bij ongeveer vier procent van de bevalling is sprake van een stuitligging.

Een keizersnede is niet wenselijk, volgens gynaecoloog in opleiding bij het Amsterdam UMC Joost Velzel. ‘Deze wijze van bevallen brengt een groter risico met zich mee voor de moeder.’
Daarom wordt het kindje in zeventig procent van de gevallen gedraaid in de baarmoeder. Dat gaat met de hand, door gespecialiseerde artsen en verpleegkundigen. ‘Het kind wordt met de handen op de buik van de moeder ‘vastgepakt’, waarna het koppeltje duikt in de baarmoeder. Dat is geen prettige ingreep voor de moeder, en werkt in vijftig procent van de gevallen. Als het kind na een half uur nog goed ligt, is het geslaagd. Maar soms draait het kind weer in de oude positie terug.’

Velzel heeft onderzocht dat twee medicijnen het succes van het draaien kunnen vergroten. Atosiban (relatief duur maar met weinig bijwerkingen) en fenoterol (meer bijwerkingen maar relatief goedkoop) verslappen de baarmoeder, zodat de baby eenvoudiger kan draaien.

Velzels studie toont aan dat het goedkope middel goed werkt, terwijl het duurdere middel niets doet. De bijwerkingen zijn maar van korte duur. ‘Gynaecologen kunnen dus het beste het goedkope middel gebruiken bij het draaien. Het vergroot de kans dat het kindje in de juiste positie blijft liggen, waardoor de kans groter is op een natuurlijke bevalling.’
Velzel heeft uitgerekend dat als het medicijn en het draaien bij alle vrouwen die daarvoor in aanmerking komen gebruikt wordt, jaarlijks zeventien vrouwen geen kortetermijncomplicaties hebben door een keizersnede. Als langetermijngevolgen worden meegenomen, stijgt het gezondheidsvoordeel.’

Bron: www.amc.nl

Kraamzorg abonnement