Minder POP’s in moedermelk

De concentratie van persistente organische verontreinigingen (POP’s) in de moedermelk van Nederlandse vrouwen is in de afgelopen decennia gedaald. Mensen staan hun hele leven lang bloot aan kleine hoeveelheden POP’s via voedsel en milieu. De stoffen breken langzaam af, hopen zich op in het bloed en vetweefsel en zijn giftig. De stoffen komen vrij in de industrie (PCB’s bijvoorbeeld) en uit bestrijdingsmiddelen (zoals DDT en heptachloor). Er bestaan internationale verdragen om deze stoffen te verbieden of alleen onder strenge voorwaarden toe te staan. Dit lijkt goed te werken.

De moedermelkmonsters zijn verzameld in 2014 door het RIVM en tussen 2014 en 2016 geanalyseerd door het WHO. De WHO doet al sinds 1976 onderzoek naar POP’s. Het RIVM doet aan dit onderzoek mee, om POP’s in moedermelk tussen verschillende landen te vergelijken.

De concentraties van POP’s in Nederlandse moedermelk zijn zo laag dat ze geen risico vormen voor baby’s die moedermelk krijgen. Dit hoeft dus geen reden te zijn geen moedermelk te geven.

Het RIVM beveelt aan de concentraties POP’s in moedermelk de komende jaren te blijven meten. De organisatie heeft de wens in de toekomst geen enkele lichaamsvreemde stof meer in moedermelk aan te treffen.

Bron: RIVM