Zoek
Sluit dit zoekvak.
Dit beroep heeft wel degelijk toekomst

Onnodige paniekzaaierij in de media

Dit mooie en belangrijke beroep heeft wel degelijk toekomst

Begin augustus stond de kraamzorg volop in de schijnwerpers. Steeds ging het over het tekort aan kraamverzorgenden, waardoor gezinnen nu maar ook in de toekomst minder zorg krijgen. Bij een tweede kind zouden ouders vanaf 2025 nog maar 24 uur kraamzorg krijgen. Digitale kraamzorg kwam voorbij als alternatief. Is dit de kraamzorg van de toekomst, vroegen de media. Vakblad Kraamzorg sprak met mensen in het veld. ‘Deze berichten doen geen recht aan waar de kraamzorg mee bezig is. We zijn al zoveel verder.’

“Wat is dit jammer voor de aanstaande ouders die zich nu ongerust maken. En voor de kraamverzorgenden die zo hard werken om iedereen de zorg te bieden die nodig is. Terwijl juist nu zo goed en succesvol wordt samengewerkt!” Simone Compier, kraamzorgdirecteur uit Amsterdam, is boos: “In onze stad zijn we al enkele jaren bezig om de zorgdruk tijdens de zomermaanden samen op te lossen.” Al in juni was er in de hoofdstad door het samenwerkingsverband van kraamzorgorganisaties een lijst opgesteld van zwangeren die in de zomer waren uitgerekend en die nog geen kraamzorgaanbieder hadden gevonden. Compier: “Deze gezinnen hebben we allemaal kunnen voorzien door de zorg onderling te verdelen. In Amsterdam is er niemand buiten de boot gevallen. Iedereen kreeg de zorg die nodig was. Ook draaiden onze verzorgenden nooit drie gezinnen achter elkaar.”

Topdrukte in de zomer

Google je naar artikelen in de landelijke media over kraamzorg, dan valt op dat die meestal in de zomer verschijnen. Dit jaar verscheen op 3 augustus een artikel in NRC, waarna andere media het onderwerp oppikten. Je vindt de publicaties onderaan. “Waarom lezen we dit niet in februari?”, vraagt Laura Schuit, kraamzorgdirecteur in Amsterdam, zich af. Haar antwoord: “Omdat het probleem er dan niet is.” Kraamzorg is ’s zomers altijd drukker. Er worden dan meer baby’s geboren. Bovendien gaat iedereen op zomervakantie. Natuurlijk is de kraamzorg niet de enige zorgsector waarin tijdens de zomer maatregelen getroffen moeten worden.

Volgens Schuit en Compier is het probleem niet een tekort aan kraamverzorgenden. Compier: “Het aantal zzp’ers neemt snel toe. Dat kraamverzorgenden zzp’er worden, is gezien salaris en voorwaarden goed te begrijpen; het gaat mij er niet om deze collega’s te veroordelen. Maar zzp’ers kunnen zo lang op vakantie als ze willen. Ook hebben ze geen zorgplicht, zoals kraamzorgorganisaties die wel hebben. En dát merken wij. Veel zzp’ers zijn de hele schoolvakantie afwezig. Wij willen deze groep volgend jaar betrekken bij onze inspanningen om de zomerdrukte op te vangen.”

Kraamzorg thuis is goed en veilig, al kampt de sector met een tekort aan personeel: deze conclusie trok de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) nog maar acht maanden geleden. De Inspectie bezocht zes grote kraamzorgbedrijven die samen goed zijn voor 28 procent van de kraamzorg in Nederland. “We zien dat kraamverzorgenden in grote mate bijdragen aan een goede start voor moeder en kind”, staat in het factsheet Goede kraamzorg onder uitdagende omstandigheden van de Inspectie.

Ook in Utrecht werd de zorg onderling herverdeeld; hier gebeurde dit in samenwerking met de zorgverzekeraars. “Ja, de situatie is echt wel pittig deze zomer”, erkent Bianca Visser van Kraamzorg Vecht & Venen. “Wij bemiddelden in onze stad tot dusver 160 gezinnen die zonder kraamzorg dreigden te komen.” Toch vindt Visser de berichtgeving veel te negatief: “Personeelsleden vragen mij: gaat ons mooie vak verloren? Die onrust is zo jammer, deze vrouwen verdienen juist een veer in hun kont! Te zien aan de enquêteformulieren zijn ouders nog steeds tevreden. Bovendien zie ik mede door deze ‘crisis’ veel positiefs gebeuren: in voorgaande jaren werden wij soms overvallen, maar dit jaar losten we het op met goede en transparante samenwerking. Daarbij is net een convenant gesloten, met actielijnen waaraan gewerkt wordt.” Op 7 juni werd een convenant gesloten tussen zorgverzekeraars en brancheorganisatie Bo Geboortezorg om voldoende kraamzorg te garanderen, zowel voor dit moment als voor de langere termijn. Dit convenant richt zich op arbeidsomstandigheden en beloning van kraamverzorgenden, gezonde kraamzorgbedrijven en noodzakelijke vernieuwing van kraamzorg.

“De situatie is pittig, maar er wordt nu meer samengewerkt dan ooit.”

Géén tekort aan liefde en aandacht

“Waaraan in elk geval géén tekort is, is aan liefde en aandacht van de kraamverzorgenden voor hun gezinnen”, zegt Paulien den Hartigh, verloskundige in Utrecht. “Voor hen is de situatie van nu misschien nog wel het meest vervelend. Zij stoppen al hun kennis en kunde in de tijd die ze hebben, werken soms stiekem toch langer door of hebben buiten werktijden om nog contact met een gezin. Ik weet zeker dat gezinnen in de kraamweek zich door hun toewijding goed verzorgd en veilig voelen. Wij hadden veel belletjes verwacht van kersverse ouders die ongerust waren, maar dat valt mee.”

Achterhaald beeld van kraamzorg

NOS-nieuws kopte op 10 augustus ‘Kraamzorg noodgedwongen heringericht, minder zorg bij tweede kind’. Ook dit bericht werd weer door andere media herhaald. In een plan van Bo Geboortezorg zou staan dat ouders van een tweede kind vanaf 2025 24 uur zorg krijgen. “Dat is niet waar, hoe ze daarop zijn gekomen weet ik niet, wij zijn niet blij met dit bericht en proberen het te laten aanpassen”, reageert Corina Munts van Bo Geboortezorg.

De media focusten steeds op ‘minder uren’ en het verschil met vroeger. Het lijkt daardoor net alsof minder uren gelijk staat aan slechte kraamzorg. Iedereen in de kraamzorg weet dat dit niet zo is. Compier: “In Amsterdam krijgen gezinnen al jaren gemiddeld 34 uur en toch waarderen ze de zorg enorm.” De kwaliteit en professionaliteit van de zorg is toegenomen. Er worden sinds tien jaar landelijk eisen gesteld aan bij- en nascholing, waarmee het vak zich blijft ontwikkelen. Uit het eerder vermelde rapport van de Inspectie Gezondheidszorg blijkt dat dus ook: de omstandigheden zijn moeilijk, maar de kwaliteit van kraamzorg is in orde. In de woorden van de inspectie: “Deskundige en gemotiveerde kraamverzorgenden zorgen voor een goede en veilige start voor pasgeboren baby’s en hun moeder en gezin.”

 

Iedereen de zorg die nodig is, vooral kwetsbare gezinnen

We weten allemaal dat de kraamzorg in 2023 heel anders is dan pakweg 20 of 30 jaar geleden. Vroeger verzorgde ‘de kraamhulp’ moeder en baby, waarbij het huishouden heel belangrijk was. Tegenwoordig heeft de kraamzorg een deskundige rol en ligt de focus op zorg-op-maat, preventie en signalering. Er is dan ook een grotere verscheidenheid aan gezinnen en niet iedereen heeft dezelfde zorg nodig. Daarbij komt de maatschappelijke noodzaak om de zorg (in z’n geheel) betaalbaar te houden. Een mooie ontwikkeling is dat partners ook verlof kunnen nemen. Ook dit heeft effect op het dagelijkse werk van kraamverzorgenden. Anno 2023 is er dus behoefte aan meer flexibiliteit, om de zorg eerlijk te kunnen verdelen en juist ook gezinnen die kwetsbaar zijn extra ondersteuning te bieden. Het landelijke Indicatieprotocol (LIP) is verouderd en beperkt de kraamzorg om echt zorg op maat te bieden en die professionele rol te pakken. Daarom vindt een pilot plaats om tot een nieuwe indicatiemethodiek te komen.

Samen met de geboortezorg

Ook binnen de geboortezorg beschouwt men de problemen in de kraamzorg als een gezamenlijk probleem. In Eindhoven, waar het capaciteitsprobleem fors is, werd vanuit een integrale werkgroep met kraamzorg, verloskundigen en ziekenhuizen al vroeg in het jaar bekeken hoe de zomerdruk veilig kon worden opgevangen. “We wilden ons dit jaar niet laten overvallen, de kraamzorg is voor ons een belangrijke partner”, vertelt verloskundige Lieneke van den Brink. “We bekeken samen welke maatregelen we konden nemen om de kraamzorg tijdelijk af te schalen, zodat iedereen geholpen kan worden. Op dit moment start de kraamzorg geen nieuwe zorg op na drie uur ‘s middags. En als ouders hier na zes dagen klaar voor zijn, wordt de zorg afgesloten. Alle geboortezorgprofessionals in en om Eindhoven houden hier rekening mee. Deze maatregelen zijn stevig, maar we staan er met z’n allen voor in. We vangen de nieuwe gezinnen samen op. We blijven samenwerken om tot structurele oplossingen te komen.”

Gezamenlijke uitdaging

“We staan voor een gezamenlijke uitdaging”, reageert Corine Verhoeven, hoogleraar verloskunde, op LinkedIn op een NOS-bericht. Vakblad Kraamzorg belde met haar: “Kraamverzorgenden leveren een heel grote bijdrage aan de kwaliteit van de geboortezorg. Ik ben ook professor in Nottingham (Engeland) en als ik collega’s en studenten daar vertel over de kraamzorg in Nederland, dan vinden ze dat fantastisch: postpartum-professionals die zorg leveren bij gezinnen thuis. Dankzij de kraamzorg kunnen vrouwen die een keizersnede hebben ondergaan bijvoorbeeld vaak al na twee dagen veilig naar huis. Is er geen kraamzorg beschikbaar, dan moeten deze vrouwen dus in het ziekenhuis blijven, waar eveneens personeelstekorten zijn. En dat maakt de zorg niet beter, maar wel duurder. We hebben dus een gezamenlijk probleem, dat we ook gezamenlijk moeten oplossen.”

We staan er met z’n allen voor

“Er is zeker toekomst voor de kraamzorg”, zegt Munts van Bo. “We werken aan alle fronten om ervoor te zorgen dat de inhoud van het vak goed aansluit bij wat de hedendaagse cliënt kan verwachten. We sturen aan op betere arbeidsvoorwaarden, een betere werk-privébalans, en waardering die past bij het beroep en die overeenkomt met andere zorgsectoren. Met de beroepsgroep, het KCKZ en alle belanghebbende partijen zetten we de schouders eronder. Samen kunnen we komen tot een sector die gezond is en waarin het leuk werken is. We weten allemaal wat de toegevoegde waarde van kraamzorg is. Daar staan we met z’n allen voor.”

In het nieuwe nummer van Vakblad Kraamzorg besteden we aandacht aan digitale kraamzorg.

Geschreven door Laura Jansma 

________________________________________

Media-aandacht kraamzorg zomer 2023

Door een groeiend personeelstekort én zorgmedewerkers die op vakantie zijn, is het deze zomer een crime om de roosters rond te krijgen. Van ouderenzorg tot kraamzorg; tal van zorginstellingen in het hele land hebben noodscenario’s uit de kast gehaald om patiënten zoveel mogelijk te kunnen helpen.

 

Ooit hadden gezinnen met een baby recht op 80 uur kraamzorg. Inmiddels is 24 uur hier en daar de standaard. Personeelstekorten nopen tot pleisters plakken. „Maar met beeldbellen ben je er niet.”

 

Het aantal uur kraamzorg dat nieuwe ouders krijgen wordt door personeelsgebrek steeds minder. Was het vroeger nog zo’n 80 uur, steeds vaker gaat het nu om maximaal 24 uur, of worden jonge ouders zelfs ondergebracht in een kraamhotel, waar ze de eerste zorg na de bevalling krijgen.

 

Om de tekorten in de kraamzorg op te vullen, komt werkgeversorganisatie Bo Geboortezorg met een plan. Daarin staan beperkingen, zoals minder uren hulp bij een tweede kind. Nieuws en Co besprak dat met beleidsadviseur Corina Munts.

 

Wie een tweede kind krijgt, krijgt vanaf 2025 minder uren kraamzorg dan bij een eerste kind, als de omstandigheden in het gezin het toelaten. Dat staat in een plan van werkgeversorganisatie Bo Geboortezorg. De beperking moet volgens de organisatie worden ingevoerd vanwege de tekorten op de arbeidsmarkt.

 

Ouders krijgen soms te horen dat er geen kraamhulp beschikbaar is door personeelstekort. Dus krijgen gezinnen met een pasgeboren baby soms nog maar drie uur kraamzorg per dag. Zorg op maat of online wordt de nieuwe werkwijze.

 

Mogelijk wordt de kraamzorg in Nederland herzien. Bo Geboortezorg, brancheorganisatie voor de kraamzorg, wil toewerken naar zorg op maat voor elk gezin en voert hiervoor pilots uit. Er wordt rekening gehouden met gezinsomstandigheden zodat gezinnen zorg krijgen die past bij hun situatie. (Dit bericht werd op verzoek van Bo Geboortezorg aangepast)

 

  • 10 augustus – Nationale Zorggids: Vanaf 2025 minder uren kraamzorg bij tweede kind Vanwege aanhoudende personeelstekorten in de kraamzorg en een hoog percentage langdurig ziekteverzuim, heeft Bo Geboortezorg een plan opgesteld. In dit plan staat dat ouders met een tweede kind vanaf 2025 minder kraamzorg krijgen. Mits de situatie dat toelaat. Kraamzorg wordt bijvoorbeeld wel uitgebreid bij een verstandelijke beperking of postnatale depressie. Dit meldt NOS.

 

De oer-Hollandse kraamzorg waar nieuwbakken gezinnen in Nederland recht op hebben, piept en kraakt. Door een tekort aan kraamverzorgenden krijgen gezinnen in sommige regio’s nog maar drie uur per dag zorg – en zelfs dat wordt niet altijd gehaald. Er moet echt wat gebeuren, zegt Corina Munts van brancheorganisatie Bo Geboortezorg, anders blijft deze sector niet in stand.

 

 

 

 

 

 

 

Kraamzorg abonnement