Ruggenprik en spoedbevalling

Een ruggenprik vergroot de kans op zuurstoftekort bij een baby. Daardoor is er meer kans op een spoedbevalling bij vrouwen die anders geen spoedbevalling nodig hadden. Dit is de conclusie van het onderzoek van gynaecologen Sanne Gordijn en Wessel Ganzevoort.

Een spoedbevalling is nodig als de bevalling niet vordert, of als er ‘foetale nood’ ontstaat, een zuurstoftekort bij de baby. In het onderzoek is alleen gekeken naar laatste reden voor een spoedbevalling. Bij een spoedbevalling wordt gekozen voor een vacuümpomp of een keizersnede.

Na een ruggenprik bleken er drie keer zo veel spoedbevallingen te zijn door mogelijk zuurstoftekort bij de baby als dit wordt afgezet tegen bevallingen zonder pijnstilling.

De bevinden zijn het resultaat van twee onderzoeken. Bij het eerste onderzoek werden gegevens van in totaal 630.000 bevallingen in Nederland van 2014 tot en met 2018 bekeken van zwangerschappen van 36 tot 42 weken. Ook werd een eerder onderzoek naar de effectiviteit van de ruggenprik geanalyseerd. In beide studies werd hetzelfde patroon gevonden, de ruggenprik geeft meer kans op een spoedbevalling. Mogelijk is er een relatie tussen de daling in de bloeddruk bij de moeder door de prik, waardoor er minder zuurstofrijk bloed door de placenta naar de baby stroomt. Dit is ook te zien aan de hartslag op hartfilmpjes, gemaakt tijdens de bevalling.

Gordijn erkent de waarde van een ruggenprik. Het is de meest effectieve vorm van pijnbestrijding. Vrouwen moeten dan ook een ruggenprik krijgen als ze dat nodig hebben. Maar het moet wel een goed geïnformeerd beslissing zijn en nu bekend is dat dit meer kans geeft op een spoedbevalling, moet die informatie zeker meegenomen worden in het advies.

Bron: https://nieuws.umcg.nl/w/gynaecoloog-ziet-meer-spoedbevallingen-na-ruggenprik